Albert Einstein (Ulm, 14 maart 1879 – Princeton (New Jersey), 18 april 1955) was een Duits-Zwitsers-Amerikaanse theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. Hij wordt algemeen gezien als een van de belangrijkste natuurkundigen uit de geschiedenis, naast Isaac Newton en James Clerk Maxwell. Zelf noemde hij altijd Newton als een veel belangrijker natuurkundige dan zichzelf omdat Newton, anders dan Einstein, behalve theoretische ook grote experimentele ontdekkingen deed. In het dagelijks leven is de naam Einstein synoniem geworden met grote intelligentie.
Einstein werd vooral bekend vanwege de twee relativiteitstheorieën: de speciale relativiteitstheorie van 1905 en de algemene relativiteitstheorie van 1915 en volgende jaren, die de speciale relativiteitstheorie uitbreidt door ook plaats in te ruimen voor de zwaartekracht. Hij publiceerde meer dan 300 wetenschappelijke en meer dan 150 niet-wetenschappelijke werken.[2] In zijn latere jaren schreef Einstein uitvoerig over filosofische en politieke onderwerpen.[3] Hij wordt vaak samen met Max Planck beschouwd als de vader van de moderne natuurkunde.
Albert Einstein werd in een liberaal-joodse familie in het Duitse Keizerrijk geboren, woonde later in Italië, Zwitserland en het toenmalige Oostenrijk-Hongarije voor hij naar Duitsland terugkeerde. Toen Adolf Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, besloot Einstein zich in de Verenigde Staten te vestigen.[4] Hij nam in 1940 de Amerikaanse nationaliteit aan, deed afstand van zijn Duitse nationaliteit, maar behield wel de Zwitserse nationaliteit. Hij overleed op 18 april 1955 in Princeton aan een aneurysma.
Voor hij in september 1933 definitief naar de Verenigde Staten vertrok, bracht Albert Einstein zijn laatste zomer op Europese bodem door in De Haan, aan de Belgische kust. In de idyllische rust van de ‘Concessie’ knipte de beroemde natuurkundige zijn laatste banden met de Duitse wetenschappelijke wereld door. Maar Einstein kwam in Villa Savoyarde ook aan werken toe.
Op 28 maart 1933 meert de SS Belgenland van de Red Star Line aan bij de Antwerpse Rijnkaai. Onder de passagiers uit New York bevinden zich Albert Einstein, de 54-jarige en inmiddels wereldberoemde natuurkundige, en zijn vrouw (en nicht) Elsa Einstein-Koch. Einstein keert terug van een reeks bezoeken aan wetenschappelijke instituten in de VS. Tijdens de twintig dagen durende zeereis heeft het koppel vernomen dat zijn huis in Caputh, bij Berlijn, doorzocht is door de nazi’s.
Einstein is vanwege zijn joodse roots en zijn kritiek op het nieuwe regime in Duitsland persona non grata geworden. Na zijn aankomst in Antwerpen geeft hij daarom een persconferentie, waarin hij aankondigt niet meer – zoals gepland – naar zijn vaderland terug te keren. Einstein krijgt een hand toegereikt vanuit de Belgische wetenschappelijke wereld: Arthur De Groodt van de Universiteit Gent nodigt hem uit enkele dagen door te brengen op kasteel Canteroy in Mortsel. Van hieruit informeert Einstein hoe het met zijn stiefdochters Margot en Ilsa gesteld is, de dochters uit Elsa’s eerste huwelijk, die in Duitsland zijn achtergebleven.
Het koningshuis regelde twee rijkswachters om permanent voor Einsteins veiligheid in te staan
Einstein heeft amper voet aan wal gezet in Antwerpen, of hij stuurt zijn ontslagbrief naar de Pruisische Academie der Wetenschappen in Berlijn. Hij schrijft dat hij ‘in de huidige omstandigheden (Hitler is goed twee maanden aan de macht, red.) noch Duits staatsburger wil zijn, noch op enige wijze in verband wil worden gebracht met de Pruisische Academie’. Het stoort Einstein vooral dat de Duitse wetenschappelijke genootschappen – zoals ook de Beierse Academie van Wetenschappen waarvan hij corresponderend lid is – stilzwijgend hebben aangenomen dat ‘een niet onaanzienlijk deel van de Duitse wetenschappers en studenten, evenals de werkloze academisch geschoolden, van hun arbeidsmogelijkheden en hun levensonderhoud in Duitsland zijn beroofd’. Dat het hier vooral om Joodse collega’s en landgenoten gaat, zegt Einstein niet met zoveel woorden.
Idylle aan zee
Via Arthur De Groodt wordt een tijdelijk onderkomen voor de Einsteins geregeld in het kustplaatsje De Haan, dat in die tijd nog vaak Le Coq sur Mer wordt genoemd. Op 1 april nemen Albert en Elsa Einstein hun intrek in Villa Savoyarde, in de zogenoemde ‘Concessie’, de Anglo-Normandische villawijk in de duinen van De Haan, vlak achter het strand. Enkele dagen later komt ook de Oostenrijkse wiskundige Walther Mayer aan, Einsteins wetenschappelijke ‘assistent’. Einsteins stiefdochters reizen eveneens naar België af en betrekken kamers in Villa Savoyarde. Op verzoek van Elsa en de Belgische koninklijke familie – met wie Einstein zeer goed is bevriend – zorgen twee rijkswachters permanent voor de veiligheid van de beroemde natuurkundige en zijn entourage.
Waarom verblijft Einstein in de lente en zomer van 1933 uitgerekend in De Haan? Is het de rust van de idyllische Belgische kust – een idylle die op sommige plaatsen zoals in De Haan tot op vandaag redelijk bewaard is gebleven – of de voorgeschiedenis van de Concessie? Koning Leopold II had in het begin van de 20ste eeuw de Duitse stedenbouwkundige Joseph Stübben naar De Haan gehaald om er achter het strand een groen villapark in te richten, met alleen kronkelende straatjes (om het wandelen te bevorderen) en strikte voorwaarden voor de huizenbouw (niet hoger dan 11 meter, geen rijhuizen, meer groen dan steen). De Belgische staat en het koningshuis hadden daardoor gedurende lange tijd enige controle over het reilen en zeilen in De Haan.
... Bekijk meerZie minder